Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelde het verzet in Utrecht een belangrijke rol in de strijd tegen de Duitse bezetting. Een prominente locatie binnen het Utrechtse verzet was Villa Jongerius aan de Kanaalweg.
Villa Jongerius is een rijksmonument met een rijke geschiedenis. De huidige vergader- en congreslocatie werd in de jaren dertig ontworpen en gebouwd door ondernemer Jan Jongerius. Hij runde een succesvolle carrosseriefabriek en was de grootste Ford-dealer, met garages door heel het land. Door dat laatste werd hij in Utrecht bekend als Jan Ford. Het woonhuis en naastgelegen voormalige kantoor dienden als toonbeeld van innovatie in die tijd. Een eigenzinnige mix van Art Deco en het Moderne Bouwen.
In de Tweede Wereldoorlog werden de fabriekshallen in beslag genomen door de Duitsers. Medewerkers werden voor de keuze gesteld: doorwerken of tewerkgesteld worden in Duitsland. Op die manier werden ze min of meer gedwongen om aan het werk te blijven in de fabriek. Een deel van hen leverde desondanks vanuit de Villa een moedige bijdrage aan het verzwakken van de Duitse bezetter.
Deze verzetsmensen voerden tijdens hun werkzaamheden sabotage-acties uit en planden ondergrondse activiteiten. Er werden maar liefst 122 illegale wapen- en munitietransporten georganiseerd. Het 123e transport mislukte en ontplofte, waarbij meerdere slachtoffers vielen. In november 1944 werden de fabriekshallen zwaar beschadigd door een Engels bombardement.
Op het terrein van Villa Jongerius werd na de oorlog een oorlogsmonument opgericht ter nagedachtenis aan vijf omgekomen medewerkers. Drie kwamen om bij het mislukte wapentransport, de andere twee bij het bombardement. Het monument toont hun namen en een bronzen feniks, op een bakstenen sokkel. Dit oorlogsmonument is inmiddels in ere hersteld en staat op de huidige parkeerplaats van Villa Jongerius.
In de wijk Transwijk herinnert een tweede monument ons aan nog eens dertien Utrechtse verzetsmensen die hun leven gaven. De tekst in kalksteen op het monument is een deel uit een verzetsgedicht van Yge Foppema.
‘GEDENK HEN, DIE,
TOEN HET VOLK VERRADEN EN MACHTELOOS SCHEEN,
DE VAAN DER VRIJHEID HOOG HEBBEN GEDRAGEN,
DOOR ALLES, HEEN’.
Bronnen tekst en beeld: